De Vrijwillige ouderen adviseur (VOA)

Tini van Delft en Jan van Oijen hebben de cursus Vrijwillige Ouderen Adviseur gevolgd bij KBO Brabant in Den Bosch. Op 21 maart 2024 ontvingen zij het certificaat hiervoor en kunnen ze aan de slag. Het profiel van een VOA omvat twee belangrijke elementen:

  • sociale vaardigheden en
  • kennis van regelingen en voorzieningen.

Deze twee elementen zijn in het werk van de VOA onlosmakelijk met elkaar verbonden.

 

De profielschets van een vrijwillige ouderen adviseur (VOA)

Taakomschrijving 
De VOA is een vrijwilliger die op verzoek van de hulpvrager ondersteunt, verwijst, bemiddelt of vrijblijvend adviseert over regelgeving en voorzieningen op de terreinen:

  • inkomen,
  • recht,
  • zorg,
  • wonen,
  • mobiliteit en
  • participatie.

De VOA heeft niet de taak om dwingende adviezen te geven of vragen tot in de finesses op te lossen. De taak ligt meer in de probleemverheldering, het meedenken, het informeren en het verwijzen. Daartoe heeft de VOA enige kennis van sociale regelgeving en regionale en lokale (zorg)voorzieningen en diensten. De concrete taak is echter afhankelijk van de vraag van de individuele oudere. Centraal hierbij staat dat de VOA goed kan luisteren. Samen met de hulpvrager wordt bekeken wat precies de vraag is en waar de oplossing gevonden kan worden. De VOA kan mogelijkheden aandragen, de weg wijzen, ondersteunen en helpen.

Kennis
De VOA:

  • heeft enige kennis van regelingen en voorzieningen op de terreinen van welzijn en zorg, wonen en mobiliteit en inkomen en financiën en/of weet waar deze informatie te vinden is;
  • kent de sociale kaart van de eigen gemeente/regio (de sociale kaart van de VOA geeft een overzicht van de instellingen en organisaties in zijn werkgebied waarvan ouderen gebruik kunnen maken, op het gebied van wonen, welzijn, financiën en zorg);
  • heeft weet van de mogelijkheden die er plaatselijk/regionaal zijn voor ondersteuning, advies en informatievoorziening;
  • heeft voldoende computerkennis en computervaardigheden om doelmatig en effectief gebruik te kunnen maken van e-mail, internet, digitale briefwisseling en digitale registratie en rapportage;
  • heeft een e-mailadres.